De pompoen heeft eetbare zaden die ook wel pepita de calabaza worden genoemd. Ze worden beoordeeld als A of AA en groeien zonder hun schelp. Dit verklaart ook hun afkorting “GWS” wat betekent; ‘grown without shell’.
In beginsel zijn er twee soorten pompoenpitten. Ze kunnen worden gekweekt zonder schelp of met glans. Als je ze allebei vergelijkt, is de kleur van de glans variant iets lichter. Deze laatste variant noemt met Shine Skin, afgekort als ‘SS’.
We hebben gecertificeerde biologische boerderijen waar we onze biologische pompoenpitten verbouwen. We gebruiken geen insecticiden of fungiciden of kunstmest. Daarom is het gunstig voor iedereen, zoals de dieren, mensen die de producten gebruiken en micro-organismen in de velden.
Van het pompoenvlees wordt ook diervoeder gemaakt dat onbruikbaar is voor producten en het restant is van olie persen. In de VS wordt het vruchtvlees gebruikt als basisvoedsel dat wordt verwerkt en geconserveerd.
Pompoenen hebben een jaar nodig voor een perfecte teelt. Meestal groeit de stengel van de plant op de grond, maar als je hem vastbindt, kan hij ook klimmen. Het heeft matige takken en lange stengels. Bloemen verschijnen op de bladoksels na een paar weken zaaien.
Oorsprong van pompoenpitten
De oorspronkelijke soorten pompoenen zijn te vinden in Midden-, Zuid- en Noord-Amerika. Daarom wordt het beschouwd als een inheems fruit van Amerika. De geërfde naam van pompoen is “pepita”, dat is afgeleid van de Spaanse uitdrukking “pepita de calabaza”, wat “kleine pompoenpitten” betekent.
Hoe pompoenpitten te gebruiken
Pompoenpitten zijn erg goed te gebruiken in veel bakkerijproducten en kunnen na het braden als tussendoortje worden ingenomen. Wanneer deze zaden worden geroosterd, geven ze een nootachtige en pittige smaak.